Beledigingen naar het hoofd geslingerd krijgen. Nagefloten worden. Geweld moeten incasseren. Seksuele intimidatie ten aanzien van vrouwen op straat gebeurt nog veel te vaak. Onderzoek bij 3.000 jonge vrouwen toonde aan dat de helft te maken kreeg met seksuele intimidatie op straat en zich daardoor onveilig voelt. In Brussel loopt dit cijfer op tot maar liefst vier op de vijf vrouwen. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne en minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden hebben daarom een reeks maatregelen opgelijst die politiezones kunnen nemen om de problematiek van straatintimidatie te bestrijden. Een overzicht van deze best practices.
Steekproeven bevestigen dat vrouwen hun gedrag aanpassen om aan straatintimidatie te ontkomen. Ze vermijden bepaalde plaatsen, kiezen voor een andere reisweg of blijven zelfs gewoon thuis. Het feit dat vrouwen hun gedrag moeten aanpassen om situaties te vermijden, is onaanvaardbaar. Seksistisch gedrag op straat is zeer schadelijk voor het veiligheidsgevoel. De politie kan een groot verschil maken in deze strijd, bevestigen beide ministers. Bepaalde politiezones hebben reeds concrete actieplannen uitgewerkt en initiatieven genomen die vast en zeker het verschil maken. Dit kan als inspiratie dienen om toe te passen in de eigen politiezone.
- Zo zijn reeds preventieve acties op touw gezet met onder meer lokale besturen, (hoge)scholen en universiteiten, sport- en vrijetijdsclubs, horeca-uitbaters, eventorganisatoren en vervoersmaatschappijen. Dit gaat over bewustwordingscampagnes die duiden op de ernst van de problematiek en wat ze teweegbrengt bij de slachtoffers. Omstaanders worden aangemoedigd om in te grijpen en daders worden ontmoedigd.
- Er kunnen omstaandersopleidingen georganiseerd worden voor organisaties, bedrijven, scholengroepen en meer. Omstaanders krijgen strategieën aangeleerd om seksuele intimidatie een halt toe te roepen. Een opleiding binnen het korps kan de politieambtenaren een beter inzicht geven in deze problematiek, ook met het oog op de omgang met slachtoffers.
- Om de aangiftegraad van straatintimidatie te verhogen, kunnen fysieke en online campagnes nuttig zijn. De ministers moedigen politiezones aan om het melden van straatintimidatie online te faciliteren. Dit gaat niet louter om een aangifteplatform, maar bijvoorbeeld ook de mogelijkheid om afspraken met een gespecialiseerde medewerker te maken, het doorverwijzen naar een Zorgcentrum na Seksueel Geweld (ZSG) of andere hulporganisaties.
- In nauw overleg met het parket kunnen proactieve acties in burgerkledij worden opgestart. Tijdens dergelijke acties lopen politiemensen in burgerkledij discreet in de publieke ruimte. Als er ongepaste opmerkingen worden vastgesteld, kan het team in burger tussenbeide komen en de dader hierop aanspreken. Slachtoffers kunnen tegelijk worden doorverwezen naar de slachtofferbejegening.
- Er kan ook een specifieke taskforce ‘seksuele intimidatie’ worden opgericht in overleg met het parket en het lokaal bestuur. Veel instanties en vertegenwoordigers op het terrein, waaronder de politie, kunnen daarbij worden betrokken om mee het vereiste beleid te bepalen.
De aanpak van straatintimidatie past in een bredere strijd tegen seksueel geweld en intrafamiliaal geweld, een hardnekkig probleem in onze samenleving. We voeren deze strijd op alle fronten. Zo kunnen slachtoffers van seksueel geweld een beroep doen op de Zorgcentra na Seksueel Geweld. Dit moet de algemene aangiftebereidheid, bewijslast, pakkans en medische en psychosociale begeleiding verhogen.
Het nieuw seksueel strafrecht bestraft de problematiek van seksueel geweld adequater met nieuwe strafbaarstellingen, verzwarende bestanddelen en zwaardere maximumstraffen. In Brussel, West- en Oost-Vlaanderen zijn reeds stalkingalarmen ingevoerd; later dit jaar worden deze ook beschikbaar in Limburg.