De huidige spijtoptantenregeling werd sinds de invoering slechts twee keer ingezet. Dit komt door bepaalde procedurele moeilijkheden. Nochtans kan dit een belangrijk instrument zijn om doorbraken te forceren in complexe dossiers waarin verdachten zich beroepen op hun zwijgrecht. Ervaringen uit Italië en de Verenigde Staten leren dat dit een krachtig wapen is in de strijd tegen de georganiseerde misdaad. De ministerraad heeft daarom afgelopen vrijdag een wetsontwerp van minister van Justitie Van Quickenborne goedgekeurd die de zogenoemde spijtoptantenwet meer slagkracht en rechtszekerheid moet geven.
De spijtoptantenregeling is een vrij recent instrument dat via wet werd ingevoerd op 22 juli 2018. Het creëerde de mogelijkheid voor de procureur des Konings om tijdens een strafonderzoek strafvermindering of een alternatieve straf toe te kennen aan een verdachte in ruil voor onthullingen over het dossier en het aanwijzen van mededaders. De eindbeslissing over het aanvaarden van een spijtoptant ligt bij de bevoegde procureur-generaal. De verklaringen van de spijtoptant kunnen niet dienen als rechtstreeks bewijs. De speurders moeten die kunnen staven met ander bewijsmateriaal. De regeling kan te allen tijde ingetrokken worden indien blijkt dat de spijtoptant de voorwaarden om in aanmerking te komen niet naleefde.
‘Een onverteerbare brok strafprocedure’
Sinds de invoering van de wet is de spijtoptantenregeling echter nog maar twee keer ingezet door Justitie. Dit heeft meerdere oorzaken. Het Openbaar Ministerie moet volgens de huidige wet immers voorafgaand aan de verklaringen van de spijtoptant reeds de overeenkomst sluiten met de spijtoptant, terwijl de aard en de draagwijdte van de verklaringen op dat moment moeilijk in te schatten zijn. Bovendien laat de wet niet expliciet toe dat zo’n overeenkomst reeds tijdens een vooronderzoek - zonder dat er een onderzoeksrechter is gevorderd of aanhoudingen zijn gebeurd - kan plaatsvinden. Het is net in die fase, wanneer de andere verdachten nog niet zijn opgeschrikt, dat de spijtoptantenregeling een grote meerwaarde kan bieden.
Verder is de huidige situatie in strijd met bepaalde wetsbepalingen. Een van die lacunes is bijvoorbeeld dat de huidige wet niet vermeldt hoe het dossier van de spijtoptant precies aanhangig gemaakt moet worden bij de strafrechter. Laat net dit een struikelblok zijn voor magistraten om deze procedure te gebruiken, gezien de rechtsonzekerheid. De spijtoptantenregeling is bovendien niet toepasbaar op criminele feiten voor het hof van Assisen, terwijl de regeling is uitgewerkt om ernstigste criminele feiten op te lossen. Net dit soort zaken behoren vaak tot de bevoegdheid van het hof van Assisen.
De huidige wet bepaalt evenmin wanneer de verklaringen van de spijtoptant aan het strafdossier moeten worden toegevoegd. Hierover oordeelde het Grondwettelijk Hof in een arrest van 6 februari 2020 dat dit onmiddellijk moet gebeuren, aangezien andere verdachten zich moeten kunnen verweren tegen de verklaringen van de spijtoptant. Zo niet dreigt hun recht op een eerlijk proces te worden geschonden. Tot slot zijn er bij de huidige spijtoptantenregeling geen specifieke bepalingen rond de BOM-controle (bijzondere opsporingsmethode). Het gebrek aan toezicht zorgt opnieuw voor rechtsonzekerheid.
Op al deze pijnpunten werd gewezen in de mercuriale ‘De spijtoptanten of een onverteerbare brok strafprocedure’ uit 2021 van emeritus procureur-generaal Yves Liégeois van het parket van Antwerpen.
Pentiti
Minister Van Quickenborne wil de regeling veel frequenter laten toepassen door Justitie in de strijd tegen de georganiseerde misdaad en terrorisme. In Italië bijvoorbeeld werd deze procedure, die van de zogenaamde pentiti, in de jaren ‘70 met succes ingevoerd. Het zorgde voor belangrijke doorbraken in de strijd tegen de maffia. De spijtoptanten waren cruciaal in onder andere de maxiprocessen waarbij 338 maffiosi veroordeeld werden tot samen 2.665 jaar celstraf. Ook in de Verenigde Staten wordt het principe van de spijtoptanten veelvuldig gebruikt in de strijd tegen de georganiseerde misdaad.
De minister werkte in nauw overleg met emeritus procureur-generaal Yves Liégeois, procedurespecialist bij het Openbaar Ministerie, een wetsontwerp uit dat wijzigingen aanbrengt in het Wetboek van Strafvordering. Het wetsontwerp vult de voorgenoemde hiaten in en maakt de regeling veel werkbaarder voor het Openbaar Ministerie en de rechtbanken. Zo wordt onder andere een doorgedreven onderhandelingsfase ingevoerd, voorafgaand aan de overeenkomst tussen de spijtoptant en de procureur. Zo kan het Openbaar Ministerie beter inschatten wat de draagwijdte en de aard van de onthullingen zullen zijn alvorens over te gaan tot een spijtoptantenregeling.
Daarnaast wordt expliciet in de wet vermeld dat de procedure inzake de spijtoptantenregeling reeds kan aanvangen tijdens het vooronderzoek en hoe de zaak precies bij de strafrechter aanhangig moet worden gemaakt.
Het principe wordt toepasbaar op vervangende straffen en de procedure kan ook gebruikt worden bij criminele zaken voor het hof van Assisen. De verklaringen van de spijtoptant zullen onmiddellijk toegevoegd moeten worden aan het strafdossier van zodra deze beschikbaar zijn, om het recht op een eerlijk proces voor andere verdachten te waarborgen.
Tot slot wordt een nieuwe procedure tot BOM-controle ingevoegd in de wet, als specifiek controlemechanisme voor de gehanteerde bijzondere opsporingsmethode.
In het belang van de maatschappelijke veiligheid
Met het wetsontwerp beoogt minister Van Quickenborne dat de spijtoptantenregeling meer toegepast wordt in de strijd tegen de georganiseerde misdaad en terrorisme. Het is immers belangrijk om volledige criminele bendes op te doeken en de kopstukken te berechten dan enkel uitvoerders of handlangers te vervolgen.
Het door de ministerraad goedgekeurd wetsontwerp wordt nu voorgelegd aan de Raad van State voor advies om daarna, mits eventuele wijzigingen, overgemaakt te worden aan het federaal parlement.
Vincent Van Quickenborne, minister van Justitie: “De spijtoptantenregeling is een krachtig instrument om doorbraken te forceren in complexe dossiers rond de georganiseerde misdaad, drugsgeweld en terrorisme. In zo’n zaken beroepen verdachten zich immers nogal snel op hun zwijgrecht, terwijl ze net over de streep kunnen getrokken worden met bepaalde onderhandelingen en zo het hele netwerk kunnen blootleggen. De huidige wetgeving mist echter slagkracht wegens bepaalde procedurele struikelblokken. Emeritus procureur-generaal Yves Liégeois wees hier reeds op in zijn mercuriale in 2021. Door deze wetswijziging geven we de spijtoptantenregeling opnieuw tanden. We doen er alles aan om de strijd tegen de georganiseerde misdaad en terrorisme verder op te voeren.”