Georganiseerde en ondermijnende criminaliteit heeft niet alleen een impact op onze veiligheid, maar ook op onze economie. Criminele bendes gebruiken immers vaak handelszaken in onze stads- en dorpskernen en onze winkelstraten om hun geldstromen wit te wassen. Met de nieuwe wet bestuurlijke handhaving, die in februari van dit jaar in werking trad, krijgen lokale besturen een nieuwe belangrijke tool in handen voor de aanpak van deze malafide handelszaken op hun grondgebied. Ondertussen werd ook het sluitstuk van de wet gepubliceerd: het koninklijk besluit dat bepaalt op welke economische sectoren en activiteiten de nieuwe wet van toepassing is.
Wetenschappelijk onderbouwd KB economische sectoren en activiteiten
Gisteren (nvdr: 15 mei) werd in het Belgisch Staatsblad het koninklijk besluit gepubliceerd dat de ondermijningsgevoelige economische sectoren en activiteiten bepaalt. Het is het startsein voor de lokale besturen om gebruik te maken van de nieuwe wet bestuurlijke handhaving. Dit koninklijk besluit bepaalt immers welke economische sectoren en activiteiten in een lokale politieverordening kunnen worden opgenomen en vervolgens aan een integriteitsonderzoek kunnen worden onderworpen. Op basis van het resultaat van dat onderzoek kan het lokaal bestuur beslissen om de handelsinrichting te sluiten of de vergunning te weigeren, te schorsen of op te heffen.
Het koninklijk besluit werd opgesteld op basis van een wetenschappelijk onderzoek naar de beeldvorming van ondermijnende criminaliteit, onder coördinatie van Prof. Dr. Jelle Janssens (UGent), waarbij zowel binnenlandse als buitenlandse relevante stakeholders werden betrokken, waaronder de verenigingen van steden en gemeenten, partners van justitie zoals bv. de procureur-generaal, de NYPD, experten in Nederland, Duitsland en Italië. Het opstellen van het wetenschappelijk onderzoek was een huzarenstukje, precies omdat er geen binnenlandse, noch buitenlandse voorbeelden van een dergelijk onderzoek zijn.
Artikel 1 van het KB wijst, op basis van het wetenschappelijk onderzoek, de ondermijningsgevoelige sectoren aan (horeca, autosector, detailhandel, vastgoedsector, schoonheidssector, kansspelsector). Artikel 2 wijst vervolgens de ondermijningsgevoelige economische activiteiten aan, zoals bijvoorbeeld vapeshops, kappers, massagesalons, nachtwinkels, motorvoertuigreinigingszaken of seksinrichtingen.
Belangrijk is dat lokale besturen deze activiteiten in hun politieverordening verder kunnen opdelen of concretiseren. Zo kunnen bijvoorbeeld carwashes worden opgenomen als een concretisering van de autosector, of takeaways als een verdere concretisering van de horeca. Dit heeft tot gevolg dat het lokaal bestuur enkel de carwashes dient te onderzoeken, en dus niet de hele autosector - of enkel de takeaways, en niet de hele horeca-sector op het grondgebied.
De economische sectoren en activiteiten die werden opgenomen in het KB vloeien integraal voort uit het wetenschappelijk onderzoek, en zijn dus evident wetenschappelijk onderbouwd.
Het is nu aan de lokale besturen om uit de lijst van het KB, op basis van de lokale risicoanalyse, in concreto te gaan bepalen welke economische sectoren en activiteiten relevant zijn binnen hun grondgebied en die op te nemen in de politieverordening.
Het koninklijk besluit met de economische sectoren en activiteiten zal op frequente basis worden geëvalueerd op basis van de laatste ontwikkelingen inzake ondermijnende criminaliteit, en ook worden aangepast en aangevuld indien noodzakelijk. Georganiseerde criminaliteit kan inventief zijn en snel schakelen naar nieuwe sectoren en activiteiten. Door de consequente opvolging en monitoring daarvan, en vervolgens vertaling ervan in de sectoren en activiteiten in het KB, zullen lokale besturen zeer snel kunnen inspelen op de laatste ontwikkelingen dienaangaande.
Oprichting DIOB
Om de lokale besturen bij hun integriteitsonderzoeken te adviseren, werd binnen de FOD Binnenlandse Zaken een nieuwe Directie Integriteitsbeoordeling voor Openbare Besturen (DIOB) opgericht. Naast het advies aan de lokale besturen in het kader van het integriteitsonderzoek waarbij de DIOB over een heel scala aan relevante gegevens zal beschikken, zal deze Directie ook op frequente basis een analyse maken van de laatste maatschappelijke ontwikkelingen met betrekking tot ondermijnende criminaliteit. Zo blijft het koninklijk besluit steeds up-to-date.
Wet positief onthaald door stakeholders
Minister Annelies Verlinden: “De voorbije jaren hebben we hard gewerkt aan de nieuwe wet bestuurlijke handhaving en de operationalisering ervan. Vandaag is deze wet klaar voor gebruik. Ik roep de burgemeesters dan ook op om deze wet te implementeren, om zo ondermijnende criminaliteit tegen te gaan. We moeten absoluut de integriteit van onze samenleving vrijwaren en onze lokale handelaars een eerlijke concurrentie garanderen.”
Mien Van Olmen, burgemeester van Herentals, onthaalt de wet zeer positief: “De stad Herentals en de Politiezone Neteland bouwden de afgelopen jaren heel wat expertise op op het vlak van bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit, ook dankzij de goede samenwerking met het netwerk integrale veiligheid en het ARIEC Antwerpen. Verschillende initiatieven werden genomen, zoals bijvoorbeeld de opvolging van nachtwinkels en vapeshops en de sluiting van bepaalde sexinrichtingen en carwashes. We zijn verheugd met de nieuwe wet bestuurlijke handhaving, die een duidelijke verbetering inhoudt op het vlak van bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit. Ook het bijhorende koninklijk besluit met de economische sectoren en activiteiten is voor ons heel bruikbaar, en in lijn met eerder door ons geviseerde economische activiteiten. We zullen dit wettelijk kader in Herentals dan ook implementeren, en hopen dat vele lokale besturen ons voorbeeld volgen.”
Ook UNIZO is tevreden dat de wet bestuurlijke handhaving vanaf nu daadwerkelijk geïmplementeerd kan worden. “De wet geeft steden en gemeenten eindelijk de nodige middelen om lokaal ontwrichtende criminaliteit aan te pakken”, zegt topman Danny Van Assche. “Ondermijnende criminaliteit heeft een niet te onderschatten impact op onze lokale ondernemers en kmo's. Het tast niet alleen de veiligheid aan, maar ook de eerlijke concurrentie en het imago van de regio. Dit zorgt voor een onaantrekkelijk klimaat voor ondernemers.” UNIZO zal als partner de steden en gemeenten informeren over gekende problematieken. De organisatie pleit wel voor duidelijke richtlijnen om willekeur bij de toepassing van de wet te vermijden. Daarnaast is een goede begeleiding van ondernemers die met vragen of bezorgdheden over de nieuwe wet zitten noodzakelijk. UNIZO moedigt alle steden en gemeenten aan om deze nieuwe wet te implementeren. Samen maken we onze economie sterker!