Het Hof van Cassatie heeft op 17 juni 2024 een uitspraak gedaan inzake GAS-boetes. Een politierechter had de door de Stad Gent opgelegde GAS-boetes herleid van 750 euro naar 200 euro na een toetsing aan het evenredigheidsbeginsel. De Stad Gent had cassatieberoep ingesteld tegen het vonnis, maar dit werd verworpen door het Hof van Cassatie, die het vonnis van de politierechter dus bevestigde.
Context
BW is op 19, 20, 21, 22 en 23 april 2021 de lage-emissiezone van de stad Gent binnengereden. Hij had nagelaten om een verlenging aan te vragen van zijn tijdelijke toelating voor deze zone.
De beboetingsambtenaar besliste om de vijf boetes niet te verlagen omdat BW het jaar voordien op een gelijkaardige manier eveneens twee LEZ-boetes had opgelopen. Omwille van billijkheid werd toen één van deze twee boetes geseponeerd.
BW heeft beroep aangetekend tegen deze beslissing. De politierechter die in hoger beroep beslist, heeft de vijf boetes van de bewezen overtredingen herleid naar 200 euro.
De Stad Gent heeft cassatieberoep ingesteld tegen het bestreden vonnis.
Het arrest
Hof van Cassatie 17 juni 2024 - Arrest C.23.0144.N
Toepasselijke regels
Het Hof herinnert aan artikel 10, § 1 van het LEZ-decreet dat het juridisch kader voor de administratieve geldboetes bij inbreuken vaststelt. Het reglement voor een lage-emissiezone in Gent bepaalt dat het per overtreding sanctioneert met een GAS-boete van 150 euro.
Het herinnert aan het toetsingsrecht van de administratieve sanctie door de rechter: deze moet nagaan of de straf niet onevenredig is met de inbreuk. Daarmee wordt rekening gehouden met de zwaarte van de inbreuk, de hoogte van de reeds opgelegde sancties, de wijze waarop in gelijkaardige zaken werd geoordeeld en de weerslag van de sanctie voor de betrokkene. Ook de mate waarin het bestuur zelf gebonden is in verband met de sanctie speelt een rol. De rechter mag niet op grond van een subjectieve appreciatie van wat zij of hij redelijk acht, boeten kwijtschelden of verminderen.
Beoordeling door het Hof
De politierechter heeft vastgesteld dat de boetetarieven niet kennelijk onevenredig zijn, maar de opeenvolging op korte termijn zonder consequent waarschuwingsbeleid wel tot een disproportioneel karakter leidt. De rechter meent dat een snellere communicatie en feedback van de stad een opeenstapeling en cumulatie van de administratieve geldboeten kon vermijden.
Op basis van deze vaststellingen en het gegeven dat de verweerder ondertussen de situatie heeft geregulariseerd, heeft de politierechter de boetes herleid tot 200 euro.
Volgens het Hof heeft de rechter de boeten aan het evenredigheidsbeginsel getoetst zonder te oordelen op grond van een subjectieve appreciatie of om loutere redenen van opportuniteit en tegen wettelijke regels in. De beslissing is bijgevolg naar recht verantwoord.
Het cassatieberoep werd verworpen.
De bespreking van dit arrest van het Hof van Cassatie vindt u net als honderden andere besprekingen van verkeersgerelateerde rechtspraak terug in BlueConnect > Module Verkeer. Meer info over deze module?
