De wetgeving is duidelijk: een bestuurder van een voertuig mag in het verkeer geen gsm gebruiken, vasthouden of manipuleren, behalve wanneer zijn voertuig stilstaat of geparkeerd is. De vraag rees of een voertuig dat stilstaat in een file ook als een stilstaand of geparkeerd voertuig kan beschouwd worden. Een recent arrest van het Hof van Cassatie schept hier duidelijkheid in en stelt dat dit niet het geval is. Gsm-gebruik bij het stilstaan in een file is met andere woorden wel degelijk strafbaar.
Volgens de wetgeving kunnen bestuurders dus enkel hun gsm gebruiken wanneer hun voertuig stilstaat of geparkeerd is (tenzij het in een daartoe bestemde houder aan het voertuig bevestigd is). In een recent arrest heeft het Hof van Cassatie bevestigd dat het stilstaan in een file niet kan gelijkgesteld worden met een 'stilstaand' of 'geparkeerd' voertuig' zoals bepaald in artikelen 2.22 en 2.23 Wegcode.
Uit het arrest:
"... het bestreden vonnis oordeelt ten onrechte dat het begrip “stilstaan” van artikel 8.4 Wegverkeersreglement dezelfde betekenis en inhoud heeft als hetzelfde begrip in de artikelen 2.22, 23 en 24 Wegverkeersreglement; een voertuig dat stilstaat in de file neemt nog steeds deel aan het verkeer en kan niet worden gelijkgesteld met voertuigen die niet langer stilstaan dan nodig is om te laden en te lossen, of om iemand te laten instappen of uitstappen.
... Daaruit volgt dat de verbodsbepaling van artikel 8.4 Wegverkeersreglement van toepassing is op de bestuurder van een voertuig die een gsm gebruikt terwijl het voertuig zonder voort te bewegen in de file staat en zonder dat dit voertuig stilstaat of geparkeerd is in de zin van artikel 2.22 en 2.23 Wegverkeersreglement."
Het wettelijk kader (artikelen Wegcode)
Artikel 8.4: “Behalve wanneer zijn voertuig stilstaat of geparkeerd is, mag de bestuurder geen mobiel elektronisch apparaat met een scherm gebruiken, vasthouden noch manipuleren, tenzij het in een daartoe bestemde houder aan het voertuig bevestigd is.”
Artikel 2.22: “stilstaand voertuig”, een voertuig dat niet langer stilstaat dan nodig is voor het in- of uitstappen van personen of voor het laden of lossen van zaken.
Artikel 2.23: “geparkeerd voertuig”, een voertuig dat langer stilstaat dan nodig is voor het in- of uitstappen van personen of voor het laden of lossen van zaken. Tanken of de batterij van een elektrisch of hybride elektrisch voertuig opladen wordt beschouwd als parkeren.
