In de strijd tegen mensensmokkel en mensenhandel heeft de minister van Justitie Vincent Van Quickenborne een centraal meldpunt opgericht. Op de website www.stopmensenhandel.be kunnen slachtoffers, betrokkenen of getuigen sinds vandaag terecht om informatie in te winnen, melding te maken of in contact te komen met de gespecialiseerde hulpcentra. Dit meldpunt moet enerzijds slachtoffers sneller en adequater helpen en anderzijds criminele netwerken rond mensenhandel en -smokkel sneller blootleggen, opdoeken en laten berechten. Vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne lanceerde het meldpunt niet toevallig vandaag, bij het startschot van de Blue Heart Campagne van de VN.
Mensenhandel kan in heel wat uiteenlopende gedaanten en proporties voorkomen. Vrouwen en meisjes die in de prostitutie worden gedwongen en seksueel worden uitgebuit, illegale tewerkstelling in de bouwsector of in de horeca voor een hongerloon en jongens en meisjes die ingezet worden als clandestiene huishoudhulp zijn slechts enkele voorbeelden. Ook vluchtelingen door de oorlog in Oekraïne kunnen ten prooi vallen aan mensenhandelaars. Zo dook een geval op waarbij Oekraïense vrouwen voor 7 euro per uur moesten werken in een beenhouwerij alsook een Vlaamse man die een Oekraïense vrouw onderdak bood in ruil voor seks.
In ons land zijn er volgens de Global Slavery Index naar schatting 23.000 mensen het slachtoffer van uitbuiting of moderne slavernij. De meeste van deze feiten blijven echter onder de radar. Vaak beseffen slachtoffers niet dat ze worden uitgebuit. Veel slachtoffers kennen bovendien hun rechten en de Belgische arbeidswetgeving niet. Mensenhandelaars proberen dit koste wat het kost zo te houden en hebben de slachtoffers vaak in hun macht.
Drie hulpcentra
Er bestaan drie gespecialiseerde centra voor slachtoffers van mensenhandel: Payoke in Antwerpen, PAG-ASA in Brussel en Sürya in Luik. De centra leveren uitstekend werk in het begeleiden en opvangen van slachtoffers, meestal nadat die werden doorverwezen door de politiediensten. Er zijn echter te veel slachtoffers die de weg naar de hulpverleningscentra niet vinden, omdat ze bijvoorbeeld niet naar de politie durven te stappen of niet van het bestaan van de centra afweten. De centra waren bovendien elk afzonderlijk bereikbaar maar een centraal meldpunt, waar hulpverleners op het terrein al meer dan twintig jaar voor ijveren, bestond niet. Dit zou de drempels om melding te maken, aangifte te doen en contact op te nemen met een hulpcentrum sterk moeten verlagen. Ook het bereik zou veel groter worden.
Lancering van meldpunt
Daarom besloot vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne een centraal meldpunt op te richten. De website www.stopmensenhandel.be werd vandaag in meerdere talen gelanceerd. Alle informatie rond mensenhandel, hoe het te herkennen en hoe de hulpcentra bereikbaar zijn, is er te vinden. Melding maken van mensenhandel, zowel als slachtoffer of als getuige, kan er met een simpele handeling. Deze werkwijze is veel laagdrempeliger dan indien er eerst aangifte bij de politie moet worden gedaan. De permanentiediensten van de hulpcentra behandelen immers de meldingen en brengen de slachtoffers ook in contact met politie en parket voor een aangifte, indien zij dit wensen.
Op de website staat in duidelijke taal uitgelegd wat mensenhandel precies is en in welke vormen het kan voorkomen. Aan de hand van een checklist kunnen slachtoffers en getuigen nagaan of het om mensenhandel gaat. Sommige situaties zijn immers niet even duidelijk als andere. Voor de slachtoffers die bedreigd worden of onder streng toezicht staan van mensenhandelaars is er overigens een ‘escape button’ ingebouwd op de website. Met één klik wordt de webpagina verlaten.
Centraal telefoonnummer
Binnen enkele maanden zal ook een centraal telefoonnummer 24 op 7 beschikbaar zijnom slachtoffers te begeleiden en door te verwijzen. Dit gebeurt momenteel door de permanentiediensten van de hulpcentra zelf, maar niet de klok rond. Het meldpunt moet de pakkans van dadergroepen en netwerken vergroten en veel meer slachtoffers de weg naar de hulpverlening doen vinden.
In de strijd tegen mensenhandel is ook het budget voor de drie hulpcentra structureel verankerd in de wetgeving, voor een bedrag van 279.000 euro per centrum. Voorheen waren die subsidies elk jaar onzeker en moest worden gerekend op de goodwill van de minister van Justitie. Per centrum wordt er jaarlijks bovendien nog een extra 50.000 euro toegekend om de algemene werking te versterken en 140.000 euro voor de aanwerving van extra personeel voor de bemanning van het callcenter van het meldpunt. Voor de oprichting van het meldpunt was 50.000 euro voorzien vanuit de budgetten van IDP Oekraïne. Er komt ook een sensibiliseringscampagne waarbij gericht wordt geadverteerd en de boodschap wordt verspreid binnen de meest kwetsbare gemeenschappen.
Vincent Van Quickenborne, vice-eersteminister en minister van Justitie: “Heel wat slachtoffers weten niet dat ze uitgebuit worden door mensenhandelaars omdat ze hun rechten en de arbeidswetgeving niet kennen. Anderzijds worden ze in de macht van mensenhandelaars gehouden, kennen ze het hulpaanbod niet of durven ze niet naar de politie te stappen. Daarom richten we dit centraal meldpunt op. Zo proberen we te sensibiliseren, vormen van mensenhandel beter te doen herkennen, drempels om melding te maken te verlagen en de kans op aangifte en opname in een hulpcentrum te vergroten. Ook de centra worden stevig versterkt en hun budgetten structureel verankerd in de wet.”