Naar aanleiding van de tragedie in Schaarbeek waarbij een politieman werd vermoord, vroegen politiemensen meer aandacht voor de strijd tegen geweld tegen politie. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne heeft gisteren in nauw overleg met het College van procureurs-generaal en vertegenwoordigers van de politie besloten om de nultolerantie voor geweld tegen politiemensen uit te breiden naar feiten van weerspannigheid. Er wordt tevens per parket een referentiemagistraat voor feiten van geweld tegen de politie aangesteld. De automatische strafverzwaring bij geweld tegen de politie, zoals opgenomen in het ontwerp van het nieuw Strafwetboek, wordt versneld ingevoerd.
De regering heeft van bij haar aantreden een prioriteit gemaakt van een strengere vervolging van geweld tegen politiemensen. Zij beschermen immers de inwoners van dit land en garanderen de openbare orde. Wie politiemensen viseert vanwege de functie die zij uitoefenen, valt daarmee de hele samenleving aan. Op vraag van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne werd op 24 november 2020 een strengere omzendbrief uitgevaardigd door het College van procureurs-generaal, waarin nultolerantie voor geweld tegen de politie werd voorgeschreven aan alle parketten van het land. Wanneer een politieagent arbeidsongeschikt raakt door opzettelijke slagen en verwondingen, moeten de parketten dit altijd vervolgen en kan nooit geseponeerd worden omwille van tijds- of personeelstekort. Deze zaken worden bij voorkeur gedagvaard in snelrecht, tenzij een aanhoudingsmandaat wordt gevorderd bij de onderzoeksrechter. Zoals de procureur-generaal van Brussel in zijn recente verslag aan het parlement vermeldde, wordt “van geen enkele andere omzendbrief van het College van procureurs-generaal de naleving op dezelfde doorgedreven manier binnen het Openbaar Ministerie gecontroleerd en bewaakt. De continue aandacht die de minister van Justitie voor deze problematiek heeft, is daar niet vreemd aan.”
Weerspannigheid en referentiemagistraten
Toch wil justitie verder gaan en een antwoord bieden op het signaal van de politiemensen. Daarover had de minister van Justitie een overleg met het College van procureurs-generaal en vertegenwoordigers van de politie. Er werd afgesproken dat voortaan ook weerspannigheid die arbeidsongeschiktheid veroorzaakt onder de nultolerantie valt. Het Openbaar Ministerie had in deze dossiers al vooruitgang geboekt. Dat blijkt uit het feit dat er in 3 op de 4 zaken van weerspannigheid met arbeidsongeschiktheid reeds wordt opgetreden. Nu wordt daar dus nog een stap verder in gegaan door altijd een gerechtelijk gevolg te geven aan weerspannigheid resulterend in arbeidsongeschiktheid.
Daarnaast wordt bij elk parket een referentiemagistraat aangesteld voor alle dossiers van criminele feiten gepleegd tegen politiemensen. Die magistraat zal het aanspreekpunt zijn voor de politie en zal betrokkenen beter op de hoogte houden van de stand van zaken van de dossiers. Er werd immers vastgesteld dat in sommige gevallen wel degelijk wordt opgetreden door justitie maar dat de informatie hierover onvoldoende doorstroomt naar de politie. Wat de indruk van straffeloosheid in de hand werkt.
De minister van Justitie en het College van procureurs-generaal hebben bovendien opnieuw gevraagd aan de politie om hen zeker te melden als er dossiers zijn waarvan zij vinden dat de nultolerantie niet correct wordt toegepast. Zoals dit bij de invoering van de nultolerantie in 2020 ook reeds het geval was.
Vervroegd invoeren van strafverzwaring en zwaardere straf bij weerspannigheid
Daarnaast heeft minister Van Quickenborne besloten om de strafverzwaring voor geweld ten aanzien van de politie en de andere maatschappelijke functies, zoals vastgelegd in het ontwerp van het nieuw Strafwetboek, versneld in te voeren. Het nieuw Strafwetboek zal immers 2 jaar na de goedkeuring door het parlement in werking treden. Net zoals met het seksueel strafrecht werd gedaan, wil de minister dit luik van het nieuwe Strafwetboek reeds invoegen in het huidige Strafwetboek zodat de strafverzwaringen sneller van toepassing zullen zijn.
Ook in het nieuwe Strafwetboek is voorzien dat bij geweldsdelicten ten aanzien van politiemensen de rechtbank een zwaardere strafmaat dient te hanteren. Concreet: indien het basismisdrijf bijvoorbeeld bestraft wordt met een straf tussen 3 en 5 jaar celstraf (niveau 3), zullen dezelfde feiten ten aanzien van een politieambtenaar bestraft worden met straffen tussen 5 en 10 jaar celstraf (niveau 4). Dit geldt als een ernstig signaal naar geweldplegers.
Deze verplichte strafverzwaring wordt ook uitgebreid naar feiten van foltering en onmenselijke behandeling ten aanzien van politiemensen. Onder onmenselijke behandeling vallen feiten die psychisch leed veroorzaken zoals bijvoorbeeld ernstige bedreigingen. Doodslag op iemand van de politie wordt aanzien als een verzwaard misdrijf en gelijkgeschakeld aan moord. Daarnaast wordt de lijst met maatschappelijke functies die strafverzwaring opleveren, uitgebreid naar iedereen die bij de politie werkt. Het zal dus niet enkel gelden voor agenten op straat, maar bijvoorbeeld ook voor de mensen aan het onthaal bij de politie. Ten slotte geldt de strafverzwaring ook wanneer iemand van de politie in zijn vrije tijd wordt aangevallen omdat hij of zij politieambtenaar is.
Bovendien zal weerspannigheid met arbeidsongeschiktheid zwaarder gestraft worden. Hiervoor zal de rechtbank een straf van niveau 2 moeten hanteren in plaats van een straf van niveau 1 zoals bij weerspannigheid.
Deze teksten uit het ontwerp van het nieuw Strafwetboek zullen voorgelegd worden aan het parlement om nu al in te voegen in het huidige Strafwetboek.
Bodycams
Tot slot dient er nog op gewezen te worden dat nultolerantie niet betekent dat er geen gevallen van geweld tegen politie meer zullen voorvallen. Justitie komt steeds op het einde van de keten en kan pas optreden wanneer feiten reeds gepleegd zijn. Justitie toont dat dit niet wordt getolereerd en streng wordt bestraft, maar het voorkomen van geweld tegen politie is iets waar op verschillende domeinen aan gewerkt moet worden.
Samen met de minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden wordt verder gewerkt aan een wettelijk kader voor bodycams voor politieagenten. De invoering van bodycams zal een grote stap vooruit betekenen in de strijd tegen alle mogelijke criminele feiten die gepleegd worden tegen agenten. Op die manier zullen veel minder feiten onterecht betwist kunnen worden door de verdachte en is er steeds duidelijk bewijsmateriaal beschikbaar. Het zal helpen om veel vaker en sneller verdachten te kunnen veroordelen.
Vincent Van Quickenborne, minister van Justitie: “Wie politiemensen viseert vanwege de functie die zij uitoefenen, valt daarmee de hele samenleving aan. Daar moeten we streng tegen optreden. Het signaal aan de politiemensen dat hier meer tegen gedaan moest worden, was duidelijk. Justitie neemt hierin zijn verantwoordelijkheid op, door nultolerantie uit te breiden, referentiemagistraten aan te stellen en zwaardere straffen versneld in te voeren. Nultolerantie betekent helaas niet dat gevallen van geweld tegen politie niet meer zullen voorkomen. Maar het toont wel dat justitie schouder aan schouder staat met de politie en streng optreedt wanneer onze politiemensen geviseerd worden.”