In de plenaire vergadering van het federaal parlement is vandaag (donderdag 1 december) een herstelling van de zogeheten kraakwet goedgekeurd. De initiële wet kwam er in 2017. Het Grondwettelijk Hof stelde echter dat het bevel tot uithuiszetting door de procureur des Konings indruist tegen de rechten van verdediging. Het nieuwe goedgekeurde wetsontwerp lost dit probleem nu op door de onderzoeksrechter bevoegd te maken om hierover te oordelen.
Tot het najaar van 2017 was het kraken van een onbewoond pand niet strafbaar. Dit was problematisch omdat eigenaars of huurders van een onbewoond pand geen enkel snel en efficiënt rechtsmiddel hadden om het te laten ontruimen. In verschillende steden nam het aantal gekraakte woningen grote proporties aan. Criminele organisaties buitten de lacune in de wet gretig uit om onbewoonde panden te bezetten, tot wanhoop van de eigenaars.
Hier kwam verandering in toen het parlement in het najaar van 2017 de zogeheten kraakwet goedkeurde. Dit wetsvoorstel op initiatief van parlementslid Egbert Lachaert stelde het binnendringen in andermans niet bewoonde verblijf uitdrukkelijk strafbaar. Het gaf de eigenaar of huurder van een pand het recht om krakers uit het huis te laten zetten via een gewone strafklacht. De krakers werden daarbij verhoord en de procureur des Konings kon onmiddellijk bevelen om het pand binnen de acht dagen te verlaten.
Vernietiging door Grondwettelijk Hof
In 2020 vernietigde het Grondwettelijk Hof echter een artikel uit de kraakwet. Er werd geoordeeld dat het vermoeden van onschuld werd geschonden. Een bevel tot uitzetting impliceert namelijk dat de procureur des Konings oordeelt dat de bezetters van een pand schuldig zijn aan het misdrijf. Oordelen over schuld en onschuld kan echter enkel door een onafhankelijke rechter gebeuren. Door deze vernietiging was de snelle procedure tot uithuiszetting niet meer mogelijk.
Onderzoeksrechter moet oordelen
Minister van Justitie Van Quickenborne besloot het vernietigde artikel te herstellen. In de wet wordt nu opgenomen dat de procureur des Konings op basis van een gewone strafklacht een bevel tot ontruiming kan uitvaardigen, maar dat de onderzoeksrechter vervolgens binnen de 72 uur moet oordelen over de proportionaliteit en wettigheid van dit bevel. Deze bevoegdheid die wordt toegekend aan de onderzoeksrechter staat los van enig gerechtelijk onderzoek.
Nu het wetsontwerp is goedgekeurd, zal het tien dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad in werking treden.
Vincent Van Quickenborne, minister van Justitie: “De kraakwet uit 2017 zorgde er eindelijk voor dat eigenaars en huurders van een leegstaand pand een efficiënt rechtsmiddel in handen hadden om krakers uit huis te zetten. Het Grondwettelijk Hof wees echter terecht op een lacune. Ik ben blij dat we met deze herstelling voor een oplossing zorgen en zo de kraakwet opnieuw tanden geven.”